Ik leef
 
datum: 17 november 2017

Ik leef.
 
Zoals jullie wellicht weten, door het lezen van mijn boek 'Heleen", woon ik in Duitsland. Pas sinds juli 2017 officieel, omdat ik mijn huis in Nederland heb verkocht, daarvoor pendelden Regina (Brigitte in het boek) en ik elke week heen en weer tussen Loch en Heiloo. Loch is een onderdeel van de gemeente Windeck in het 'Ober Bergische land' 60 kilometer oostelijk van Keulen. 
 
Vanmorgen was ik op het gemeentehuis van Windeck. Daar ik een klein nabestaande pensioen krijg vanwege het overlijden van 'Heleen' moet ik aan het eind van elk jaar aan het pensioenfonds bewijzen dat ik nog leef. Zo'n bewijs kan een notaris afgeven, maar het mag ook gedaan worden door een gemeenteambtenaar. Dat leek mij het gemakkelijkst en dus arriveerde ik zo om circa half elf bij het gemeentehuis. Het wachtkamertje in het gemeentehuis is klein, er staan 5 stoelen en op de grond staat een doos met kinderspeelgoed. Het geheel ademt de sfeer van de jaren 70, donkerbruine Heugaveld tegels op de vloer en groezelig behang aan de muur. Door een glazen wand kon ik de drie dames van de afdeling burgerzaken zien zitten. In het gemeentehuis van Heiloo is alles wat moderner geregeld. Je meldt je bij binnenkomst aan bij een computerzuil en drukt daar op de juiste knop om aan te geven wat je komt doen. Dan spuugt de zuil een nummertje uit en op een groot scherm zie je bij welke balie je je mag melden als deze vrij is. In Windeck gaat dat anders. Er hangt een zoemer met daaronder drie lampjes. Aan de glazen deur onder het zoemertje zijn met cellotape twee A4tjes met instructies opgehangen. Grote pijlen op het bovenste A4tje wijzen naar de zoemer met de gekleurde lampjes. Op het onderste vel staat geschreven dat als het rode lampje brandt je je kunt melden bij Frau Hankewitz, groen is voor Frau Jahn en geel voor Frau Velter.
 
Nadat twee heren de ruimte waar de dames zitten hebben verlaten, gaat niet lang daarna het belletje. Gespannen kijk ik welk lampje gaat branden. Ik sta op en betreed de ruimte. 'Kommen Sie mal' De dame bij het eerste bureau wenkt me. Ik kijk eerst naar haar naambordje en dan naar haar en zeg: 'Nein, ich muss nach Frau Velter, es war Gelb.' Ze begint te lachen. 'Nein kommen Sie zur mir dass ist alles nicht so wichtig. Was kann ich für Sie tun?' 'Ich brauche einen Beweis das ich noch Lebe,' zeg ik en schuif het formulier van de pensioenverzekering onder haar neus.
Nadat ze mijn paspoort heeft gecontroleerd en in de computer heeft gekeken of het adres klopt, krabbelt ze haar naam en haar functie op het formulier en plaats er nog een paar mooie stempels op. ‘Ich bestätige dass Sie Leben” en geeft me lachend het formulier terug.