Test, eins, zwei
 
datum: 10 februari 2016

Het raam staat op de kiepstand in onze hotelkamer. Test, eins, zwei, drei. Even later dendert een beat de kamer binnen. Is het dance of hip hop? Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat het niet mijn muziek is en dat ik bij deze herrie vanavond niet kan slapen. We gaan eerst maar een hapje eten. Als we terugkomen in onze kamer blijkt dat vanaf het podium voor de Semperoper, nu toespraken worden gehouden in plaats van de irriterende muziek. Flarden van wat gezegd wordt kunnen we horen, maar de essentie ontgaat ons. Ja dit is de stad van de Pegida beweging, maar we denken dat dit een tegendemonstratie is. We sluiten het raam, maar dat helpt niet. Tegen negenen zijn ze uitgesproken. Ah rust. Nee, de dance muziek gaat weer op volle sterkte van start. Hoe lang gaat dat duren? We zijn moe en hebben de eerste nacht niet veel geslapen. De eerste nacht is altijd even wennen, aan het bed, de kerkklok die elk kwartier slaat, het geluid van mensen op de gang, je kent het wel. Nu willen we rust maar dat gaat nog even duren denken we.

Het moet 1993 geweest zijn dat ik voor het eerst in Dresden kwam. Het was een zakelijk bezoek, we ontwierpen een nieuwe oven- en filterinstallatie voor ‘Krematorium Tolkewitz’. De taxirit van de luchthaven naar het crematorium voerde me langs de ‘Frauenkirche’ die toen nog volledig in puin lag en daarna langs een honderd meter lang tegeltableau, genaamd ‘die Fürstenzug’. Het was imponerend en contrastrijk. Ik schrok van de oude kapotte glorie maar ook van de verschrikkelijk lelijke communistische Plattenbau, eentonige flats in de voorstad met balkons waarin de betonrot welig woekerde. Daarbij kwam nog het vreemde gevoel om als Hollander aan de Duitsers moderne crematietechniek te gaan leveren. Het land waar het woord crematie aan een verschrikkelijke tijd herinnert. Ik heb kort na ‘die Wende’ veel crematoria gezien in Oost-Duitsland en steeds deden ze me denken aan de allereerste keer dat ik een crematieoven zag. Dat was als kind op vakantie met mijn ouders toen we Dachau bezochten. Het enige verschil met de ovens van Dachau was dat die schoon gemaakt waren. De ovenruimtes van de Oost-Duitse crematoria waren zwartgeblakerd en smerig. Elke dode onwaardig. Uit de verhalen met de beheerders leerde ik dat het af en toe voorkwam dat de Stasi eiste dat de ovens ’s nachts ook aan waren. Ze namen dan voor enkele uren de leiding over en wilden geen pottenkijkers.

Nu ben ik met Brigitte weer in Dresden. In drie dagen hebben we zo veel mogelijk gezien van een stad die fantastisch is hersteld. In het Residenzschloss hebben we de enorme kunstschatten gezien van het Sächsische koningshuis, maar minstens zo indrukwekkend was het om te ervaren dat het nog maar zo kort geleden is dat ze hier alles weer hebben opgebouwd. De Oost-Duitsers zijn er zelf nooit aan toe gekomen. Overigens zijn ze nog steeds aan het bouwen en renoveren. De foto’s van de verwoeste stad doen direct denken aan de journaalbeelden van het Syrie van vandaag. Hoe krijgen we het als mensen toch steeds weer voor elkaar om er letterlijk en figuurlijk zo’n puinhoop van te maken. De Duisters betalen al meer dan vijfentwintig jaar een paar procent extra belasting. Solidaritätszuschlag, een soort kwartje van Kok. Ook deze ‘Soli’ zou maar een paar jaar nodig zijn, maar wordt waarschijnlijk nooit afgeschaft. En dat begrijp je als je ziet wat hier in Dresden is gebeurd. In de stad hebben we geen enkele van de 1,1 miljoen door Duitsland opgevangen asielzoekers gezien. Maar wat ze hier doen voor de vluchtelingen is net zo indrukwekkend als de wederopbouw van Dresden. Wij vangen in Nederland per jaar nog niet eens het cijfer achter de komma op en dat vinden we al te veel . 

We zetten de televisie aan om het geluid van de muziek te overstemmen. En ja, daar zijn ze dan toch, de vluchtelingen. Economische vluchtelingen zijn het, Bochum tegen FC Bayern München. Het aantal Duitsers op het veld is op een hand te tellen, de rest komt uit de hele wereld en ze kunnen nergens zoveel geld verdienen als hier. Een van de vluchtelingen struikelt in het strafschotgebied over zijn eigen benen, In plaats van eruit gestuurd te worden vanwege een schwalbe krijgt hij een penalty mee en de tegenstander de rode kaart. Dat kan er maar een zo als hij, als economisch vluchteling moet je talenten hebben die de eigen bevolking niet bezit. Arjen Robben neemt hem niet zelf. Stom, want Muller schiet recht op de keeper, het blijft 0-1. Plotseling is het stil buiten. Pünktlich gaat om tien uur de muziek uit. Ah fijn, het raam kan weer open en we doen het licht uit. Slaap lekker liefje.